Favignana
Tonijn
Links is het vlak, gelukkig, als we aankomen. Aan de rechterkant staan vier bergen met op eentje een slingerweg naar een burcht. We gaan fietsen op Favignana en ik ben bang dat Koopman natuurlijk weer naar rechts wil. De berg op, afzien, zweten. Hij is tenslotte jarig, 50 jaar nog wel, het is zijn dag.
Dit is een van de Egadische eilanden, zo’n 15 kilometer van Trapani op Sicilië. Er zijn er drie, Levanzo en Marittimo zijn de andere twee. Ik had er nog nooit van gehoord maar het heeft meteen wat. Ruud kiest voor vals plat na een verjaardagsborreltje op het idyllische pleintje van het hoofddorpje.
Alles even overzichtelijk. Een café, een bakker, een paar restaurants, een groentekar op het plein met het kleine kerkje op de achtergrond. Slenterende kereltjes, lopend, op fietsjes of brommertjes. Werken die gasten niet? Het is maandagochtend? Het voelt beter dan het drukke Sicilië.
We fietsen over het eiland. Favignanezen bikken hun eiland de zee in, zo lijkt het. Overal grote kuilen in de grond. Uitgegraven voor de kalksteen? Of is het speksteen? Als ze zo doorgaan zinken ze. Bij Punta Fanfallo is het mooi. Hoge rotspunten met azuurblauw water, glashelder. Favignana is het eiland van de Mattanza, en variant op het stierengevecht maar dan met tonijn. Op traditionele en zeer bloedige wijze wordt tonijn gevangen, gemarteld, en natuurlijk gedood. Vanwege de teruglopende vangst en dus het uitsterven van bepaalde soorten tonijn wordt de Mattanza alleen nog voor imbecielen toeristen opgevoerd. De tonijnfabriek bij de haven staat dan ook leeg, als een verlaten erfenis van moderne tijden. Tonijn staat nog wel op de menukaarten en op de uithangborden van de ene delicatessenzaak van het eiland. Dus eerst maar even lunchen, Ruud wordt maar één keer vijftig!