Brazilië
Feesten
Halverwege van Natal naar Olinda passeren we een bord met: Rio de Janeiro 2725 km! Ons tripje vandaag is 350 kilometer, schat ik, en daar doen we al dik vier uur over. Vaak vierbaans- dan weer tweebaanswegen, al gauw hobbelend achter een colonne van vrachtauto’s. Olinda ligt op een heuvel en heeft uitzicht over de oceaan en de miljoenenstad Recife. Het is een prachtig koloniaal stadje. In 1631 hebben wij Nederlanders het nog even platgebrand in onze tweestrijd met de Portugezen maar die hebben het de jaren daarna weer opgebouwd. Wat opvalt zijn de slingers van links naar rechts door de straten. Geel, blauwe, rode en groene stroken aan een waslijn; het is de voorpret van het carnaval.
We nemen onze intrek in de Pousada do Amparo. Een oud koloniaal pand met een heerlijke tuin met zwembad en een sfeervolle kamer. We wandelen door de nauwe straatjes langs gekleurde gevels en komen een paar keer langs Portugese kerkjes. Hier en daar zien we galeries met metershoge carnavalskoppen. Dat feest is in Olinda is erg populair, zowel bij Brazilianen als bij toeristen. Dat komt doordat het niet zo massaal is als in Rio, bijvoorbeeld. Door de smalle straatjes trekken dagenlang optochten en is het één groot gekkenhuis.
Als wij er zijn duurt het nog een paar weken voordat het carnaval begint – een hotelkamer moet je minstens een jaar van tevoren boeken – maar ‘s avonds horen we tromgeroffel. Verderop oefent een sambaschool. Vijftien jonge mensen slaan op grote trommels onder aanvoering van een klein Braziliaantje die het ritme aangeeft. Het swingt de pan uit. Moet je nagaan; dat gaat hier dus dagen achtereen, de hele dag door de stad. Even later, als we zitten te eten, horen we ze aan al aankomen. Zware slagen op grote trommels, van die fluitjes erbij en danseressen; het geeft een impressie van wat straks staat te gebeuren.
De volgende ochtend racen we terug naar onze stek in Ponta Negra. Het strandleven in Brazilië is uniek. Overal vrolijke mensen, veel Brazilianen, met vooral de dames in veel te kleine bikini’s – maakt niet uit hoe dik je achterwerk is -, beachvoetballende atleten, dat je denkt, laat ik maar even niet meedoen, en ik weet niet hoeveel strandventers. Van alles verkopen ze. Dus heb ik mooi een Ray Ban zonnebril voor een euro.
Voor één euro met het vliegtuig, de boot en terug met de trein, waar doe je dat in de wereld, zeggen de Brazilianen. In het immense duingebied bij Natal word je vanaf een hoge duin, gezeten in een touw, langs een kabel, in een binnenmeer geplonsd waar ze je oppikken met een vlot en via een bankje op een rails motorisch weer naar boven hijsen.

2005
Brasília
Zuid-Amerika
Natal – Parque das Dunas – Ponta Negra – Piranga do Sul & Piranga do Norte – Praia da Pipa – João Pessoa – Olinda – Natal – Praia Redinha – Genipabu – Natal